Historie Groot Sionshofje
Het Groot Sionshof (ook wel Swietenhof genoemd) werd in 1480 gesticht door Hugo van Zwieten en zijn vrouw Ludgaert Claesdochter van Bosschuyzen. Het hofje is het op één na oudste, nog bestaande, in Leiden. Echter, het bevindt zich niet meer op de oorspronkelijke plek. Het Groot Sionshof werd aanvankelijk gebouwd op de Papengracht. Daar stonden al twee huisjes met een tuin, die Hugo van Zwieten erfde van zijn grootvader. Later werden nog tien aangrenzende huisjes opgekocht. In 1668 werd het hofje vanwege bouwvalligheid verplaatst naar de Sionsteeg (voorheen Sint Jozefsteeg).
De naam Sion verwijst naar de berg waar het laatste avondmaal werd genuttigd door Jezus en zijn discipelen. Hoewel Sionshof met de S wordt geschreven, staat dit boven de poort van het hofje als ‘Zion’. Het hofje werd opgericht voor ‘behoeftige echtparen’. Wanneer de vrouw overleed mocht de man in het hofje blijven wonen, maar hij mocht niet hertrouwen. Bij het overlijden van de man gold een hele andere regel: de vrouw moest het hofje dan verlaten. In 1641 kwam hiervoor een oplossing. Emerentia van Brouchoven – Banning stichtte toen, uit medelijden met de weduwen, het Klein Sionshof. De vrouwen mochten hier na het overlijden van hun man komen wonen. In de volksmond werd het Klein Sionshof dan ook het ‘weduwenhofje’ genoemd. Pas in 1803 werd besloten dat vrouwen ook na het overlijden van hun man in het Groot Sionshof mochten blijven wonen.
In 1913 was een deel van de huisjes zo vervallen dat deze moesten worden vervangen. In de jaren ’70 werd het volledige Groot Sionshof gerestaureerd. Op dit moment bestaat het complex uit 14 woningen.
Het Groot Sionshof heeft de status rijksmonument (monumentenregister: nummer 25583).