Historie van het Catrijn Maartensdochter Hofje
Cathrijn Maartensdochter was de weduwe van een welgestelde kleermaker. Zij wilde een hofje stichten voor mannen, vrouwen of echtparen - bij voorkeur haar familieleden. Later werd bepaald dat vrouwen na het overlijden van hun echtgenoot het hofje moesten verlaten. Voorwaarden stelde Cathrijn ook: bewoners mochten geen “hoenderen, honden off catten” houden, het was verboden vis te wassen bij de pomp en de bleek was alleen bestemd voor eigen gebruik. Destijds was er ook een portier, die onder meer tot taak had de poort tijdig te sluiten. Hij hoefde, zo wordt verhaald, niemand binnen te laten die zonder zijn toestemming te laat thuis kwam.
Het hof werd in 1646 op het terrein van de huidige Oranjeboomstraat voltooid, maar liefst 25 jaar na het overlijden van de stichtster.
Het Cathrijn Maartensdochterhof moest aan het begin van de negentiende eeuw wijken als gevolg van de plannen van toenmalig wethouder Jacob Korevaar, die onder meer voorzagen in de aanleg van wat nu de Oranjeboomstraat is. Buiten de singels, aan de Pasteurstraat, was ruimte voor het hofje. Er werden veertien huisjes gebouwd in oudhollandse stijl met luiken voor de ramen. Dankzij de goede zorgen van de regenten werd de steen met de naam van Catharina en het jaar van de stichting, die boven de deur had gezeten, in het nieuwe hofje aangebracht. Zo blijft de stichtster in de herinnering!